“Een kind zien groeien en daar onderdeel van mogen zijn samen met zijn of haar ouders, maakt het werken voor mij elke dag weer bijzonder. Als kinderfysiotherapeut lever je een bijdrage aan de motorische ontwikkeling van kinderen en daar hebben zij de rest van hun leven profijt van. Als een kind opbloeit omdat hij of zij iets nieuws kan of iets overwonnen heeft, geeft dat mij veel energie.

Het enthousiasme en de onbevangenheid van kinderen vind ik inspirerend en maken dat ik elke dag weer met veel plezier mijn werk doe. Ik wilde altijd al kinderfysiotherapeut worden, maar daarvoor moet je eerst de opleiding fysiotherapie volgen. Zo gezegd, zo gedaan. Voor voldoende variatie in mijn werk, behandel ik af en toe nog volwassenen. Hierdoor is elke dag is anders. Ik zie bijvoorbeeld op één dag een baby met een voorkeurshouding, een kind met schrijfproblemen, een puber met knieklachten en een volwassen vrouw met nekklachten. Dat afwisselende maakt mijn werk zo leuk.

Ik werk altijd hard en zeer gestructureerd, en ik ben erg enthousiast. Ik zeg zelden ‘nee’ en zal altijd mijn steentje bij willen dragen. Ik doe er alles aan om het beste uit het kind en de behandeling te halen. Daarvoor moet je het leuk en passend maken. Elke klacht is anders en elk kind is uniek. Dat is soms schakelen, maar dat maakt het werk gevarieerd en uitdagend. Ieder kind beweegt en ontwikkelt zich op zijn eigen manier wat ieder traject uniek maakt. Als kinderen het jammer vinden dat de behandeling voorbij is, heb ik mijn taak dubbel volbracht: ik heb mijn doel bereikt en ervoor gezorgd dat naar de fysio gaan een uitje is.

Het leukst van het vak is dat een kind binnenkomt met ‘ik kan niet fietsen’ en na een paar behandelingen kan fietsen. In een kort tijdsbestek kun je veel winst boeken, waardoor mensen zo dankbaar zijn voor je hulp. Dat de patiënten de vruchten kunnen plukken van jouw tips en jouw behandeling is zo fijn. Er is niks mooiers dan dat.”